Bij het inleren van de eerste elektronische sleutel, wist deze procedure alle elektronische sleutels uit het geheugen van de regelmodule. Zorg dat alle elektronische sleutels voor het starten van de procedure ingevoerd zijn als aanwezig.
- Plaats de regelmodule afstandsbediening in de inleerstand door [Inleren] te selecteren.
- Selecteer de elektronische sleutel die aan de regelmodule afstandsbediening toegevoegd moet worden. Houd de VERGRENDELEN en ONTGRENDELEN knoppen op deze elektronische sleutel tegelijkertijd ingedrukt. Als de elektronische sleutel met succes is toegevoegd aan de regelmodule toont de parameter Ingeleerd.
- Herhaal stap twee totdat elke gewenste elektronische sleutel is toegevoegd.
- Verlaat de procedure als deze voltooid is.
Druk op [Doorgaan] zodra u de instructies volledig heeft gelezen en begrepen.