Bandendruksensors worden nu ingesteld.

Na het selecteren van de knop [Doorgaan], voert u de volgende stappen uit:

  1. Houd de antenne van een lage frequentie gereedschap, J-46079 of iets soortgelijks, te beginnen aan de linker voorkant, vast tegen de zijwand dichtbij de velg bij de plaats van de klepsteel. Druk de activatieknop in en laat los en wacht op bevestiging dat de sensor ingeleerd is.
  2. Herhaal stap 1 in de volgende volgorde: Rechtsvoor, rechtsachter, linksachter en controleer vervolgens of alle sensors ingeleerd zijn.
  3. Stel alle banden af op de aanbevolen druk.

Let op: Deze parameter schakelt tussen Niet ingeleerd en Ingeleerd. Op sommige systemen is de bevestiging een enkel claxongeluid. Wanneer het instellen van de bandendruksensor voltooid is, klinkt een dubbel claxongeluid. Als een dubbel claxongeluid niet gehoord wordt, bevestig dan of alle parameters van de bandendruksensor Ingeleerd laten zien.