Omschrijving nablaasfunctie HVAC

De nablaasfunctie van de HVAC kan met het scangereedschap worden ingeschakeld. Deze functie laat de aanjagermotor draaien nadat de motor uitgeschakeld is om de verdamperkern te drogen. Door het drogen van de verdamperkern kunt u groei van microben, en daardoor onaangename luchtjes, tegengaan.

De nablaasfunctie bestaat uit de volgende stappen:

  1. Aircocompressor gedurende meer dan 2 minuten Aan
  2. Motor gedurende meer dan 14 minuten Uit
  3. Buitenluchttemperatuur hoger dan 21°C (70°F)
  4. Systeemspanning hoger dan 12 V
  5. Aanjagermotor op 68% gedurende 25-30 seconden
  6. Aanjagermotor Uit gedurende 8 minuten

Stappen 5 & 6 worden 3 keer herhaald.