Opmerking: Deze procedure kan in een noodgeval op elk willekeurig ogenblik worden onderbroken door het contact uit te zetten of het gaspedaal in te trappen.
Pas op: Tijdens serviceregeneratie is de temperatuur van de uitlaatgassen uit de uitlaat hoger dan 300°C (572°F).
- Zorg tijdens service-regeneratie dat het voertuig buiten geparkeerd staat en houd omstanders, andere voertuigen en brandbare materialen uit de buurt.
- Laat het voertuig niet onbeheerd achter.
- Sluit geen uitlaatgasafzuigslangen aan op de uitlaatpijp van het voertuig.
Pas op: Houd tijdens deze procedure de motorkap open en houd het voertuig in een open omgeving uit de buurt van muren of gebouwen. Dit is van groot belang om een goede luchtstroming over de radiateur te behouden.
- Controleer het koelvloeistofpeil en het oliepeil vóór en na de procedure.
- Bij onoordeelkundig gebruik van de serviceregeneratie kan schade aan de motor en aan het uitlaatsysteem ontstaan.
- Start de serviceregeneratie niet, als het voertuig storingen vertoont die geen verband houden met roetfilterdefecten.