Alvorens verder te gaan moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
- Accuspanning hoger dan 11,6 V bij een stationair draaiende motor
- Koelvloeistoftemperatuur tussen 70 en 100 °C (158 - 212 °F)
- Transmissie in parkeerstand of neutraalstand
- A/C, koplampen en achterruitverwarming uitgeschakeld
- Stuurwiel in rechtuitstand
- Spanningssignaal temperatuursensor transmissieolie lager dan 0,9 V